Wettelijke kaders: Aanpak van problematische jeugdgroepen

Het dossier beschrijft hoe je de aanpak van problematische jeugdgroepen zo kunt inrichten dat gegevensdeling rechtmatig, zorgvuldig en met respect voor de inwoner gebeurt. Je vindt er de belangrijkste actoren, hun taken en rollen en de wettelijke kaders waaraan ze zijn gebonden, en het modelconvenant jeugdgroepaanpak inclusief een toelichting over de samenhang met lokale persoonsgerichte aanpakken (PGA's).

Deel deze pagina:

Wettelijke kaders

In dit dossier gaan we alleen in op de wettelijke kaders die van toepassing zijn bij de aanpak van problematische jeugdgroepen.

 Burgemeester 

Bij de aanpak van problematische jeugdgroepen ligt de regie bij de burgemeester. Op grond van zijn OOV-taken is hij verantwoordelijk voor het organiseren van de samenwerking met de verschillende convenantpartners. In de basis zijn dit de partners in de lokale driehoek: de burgemeester, politie en het Openbaar Ministerie. Daarnaast is het jongerenwerk een partner bij het in beeld brengen van de groep en het komen tot een juiste aanpak.

Artikel 172 van de Gemeentewet beschrijft welke taken en bevoegdheden de burgemeester precies heeft in het kader van de openbare orde.

Gegevensdeling
De burgemeester kan als grondslag voor het uitwisselen van gegevens met andere partners binnen de jeugdgroepaanpakeen beroep doen op AVG artikel 6 lid 1 onder e. Daarnaast is de burgemeester op grond van artikel 10 van de AVG tevens bevoegd tot het verwerken van strafrechtelijke gegevens. Op grond van artikel 23 UAVG lid c tot het verwerken van bijzondere persoonsgegevens indien dit noodzakelijk is in aanvulling op de verwerking van strafrechtelijke gegevens. Denk bij dat laatste aan OOV-problematiek waarbij tevens de gezondheidsproblematiek van betrokkene een rol speelt, of aan radicalisering. 

 

 

Politie 

De politie richt zich op het handhaven van de openbare orde en informeert de betrokken partijen in het proces. De Politiewet beschrijft welke taken en bevoegdheden de politie heeft bij het opsporen van strafbare feiten, het verlenen van hulp als er iemand in nood is en het overleg met partners (gemeente en Openbaar Ministerie) over veiligheidsproblemen.

Gegevensdeling
Voor de politie is het juridisch kader voor de verwerking van persoonsgegevens de Wet politiegegevens (WPG). Op grond van deze wet is de politie tevens bevoegd tot het verwerken van strafrechtelijke en bijzondere persoonsgegevens.

Voor de jeugdgroep aanpak vergaart de politie informatie en (vroege) signalen via de wijkagent en deelt deze informatie met de burgemeester en het OM. Burgemeester en OM vormen het bevoegd gezag van de politie. De politie mag deze gegevens delen op grond van Artikel 16 Wet politiegegevens, lid 1 en 2. In het kader van de groepsaanpak mag de politie tevens gegevens delen met andere deelnemers aan de aanpak zoals jongerenwerk, als daar een convenant, en een besluit op grond van Artikel 20 Wet politiegegevens aan ten grondslag ligt. Verstrekkingsmogelijkheden aan specifieke partijen zijn in de regel alleen mogelijk als dit geregeld is in het Besluit politiegegevens.

 

Openbaar Ministerie 

Het Openbaar Ministerie (OM) is belast met de opsporing en vervolging van strafbare feiten in Nederland. Vanuit die taakstelling, beschreven in de Wet op de rechterlijke organisatie, kan het OM betrokken worden bij de aanpak van problematische jeugdgroepen.

Indien er bij de jeugdgroep sprake is van crimineel gedrag, zal het OM worden betrokken bij de groepsaanpak. Het OM sluit dan aan bij het overleg. 

Gegevensdeling
Voor het OM is het juridisch kader voor de verwerking van persoonsgegevens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (WJSG). Op grond van de WJSG is het OM tevens bevoegd tot het verwerken strafrechtelijke en bijzondere persoonsgegevens. Het OM kan gegevens verstrekken aan de politie op grond van Artikel 39e WJSG. Daarnaast kan het OM gegevens verstrekken aan andere partijen zoals de burgemeester, jongerenwerkers en jeugdboa’s, op grond van Artikel 39f WJSG.

 

Jongerenwerker 

Een jongerenwerker ondersteunt, begeleidt en stimuleert jongeren in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. Jongerenwerkers staan het dichtst bij de jongeren. Vanuit deze rol hebben zij het beste zicht op de bewegingen van de jongeren. Ze weten wat er speelt, zowel online als offline. De taken van het jongerenwerk zijn niet wettelijk beschreven. Ze vallen in de regel onder de algemene voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Hun werkzaamheden zijn dan omschreven in de opdrachtverstrekking door het college van b&w.

Gegevensdeling
In de wet zijn geen bepalingen opgenomen over rechten en plichten met betrekking tot het verwerken van gegevens of het verstrekken van gegevens door jongerenwerkers. 

De jongerenwerker is wel gehouden aan zijn beroepscode. Op grond van deze code moeten zij vertrouwelijk omgaan met gegevens over individuele jongeren. Tegelijkertijd is een onderdeel van de opdracht aan het jongerenwerk om bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid in de wijk en daar waar nodig samen te werken met ketenpartners. Daarnaast dient de jongerenwerker een bijdrage te leveren aan het doorbreken van problematisch groepsgedrag. In dat kader kan het nodig zijn informatie te delen met anderen, ook als een jongere dit niet wil.

In het 7-stappenmodel voor de aanpak van problematische jeugdgroepen is een bijlage opgenomen (bijlage E) waarin handvatten worden geboden voor jongerenwerkers voor het omgaan met gegevensuitwisseling in het kader van de groepsaanpak. Deze bijlage is tot stand gekomen in samenwerking met de Beroepsorganisatie van Professionals in Sociaal Werk (BPSW).

 

Jeugdboa’s

In verschillende gemeenten wordt de jeugdboa ingezet om toezicht te houden op jeugdgroepen op hangplekken, ontmoetingspunten en/of overlastplaatsen. De jeugdboa is een belangrijk onderdeel binnen de lokale aanpak jeugdgroepen. De boa ondersteunt de ketenpartners bij de monitoring van overlast en jeugdgroepen.

In zijn werk combineert de jeugdboa elementen van jongerenwerk en toezichttaken van de burgemeester met politietaken. Hij kan zowel preventief als repressief optreden. Hij werkt wijkoverstijgend en houdt het overzicht op jeugdgroepen.

De JeugdBOA werkt onder verantwoordelijkheid van de burgemeester in het kader van zijn OOV-bevoegdheden op grond van artikel 172 Gemeentewet. Daarnaast kan de BOA ook politie en opsporingsbevoegdheden hebben voor zover dat in zijn akte van aanstelling is opgenomen.

Gegevensdeling

Voor de toezichttaken die de JeugdBOA namens de burgemeester uitoefent zijn de grondslagen voor gegevensverwerking en uitwisseling van de burgemeester van toepassing (zie boven). 

Voor zover de Jeugd BOA gegevens heeft verzameld in het kader van de uitoefening van opsporings- of politiebevoegdheden is de Wet politiegegevens (WPG), en het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren(BP BOA) van toepassing. DE JeugdBOA mag deze gegevens uitwisselen met andere partijen in het kader van Jeugdgroepaanpak als daar een convenant, en een besluit op grond van Artikel 20 Wet politiegegevens aan ten grondslag ligt, of een besluit van de korpschef in overleg met de Officier van Justitie.

Krijg ondersteuning van een regioadviseur

Wil je hulp bij het inrichten van het sociaal domein? Of beter leren samenwerken? Onze regioadviseurs staan voor je klaar. Met een berg praktijkkennis kunnen ze goed inschatten wat werkt - wat je hulpvraag ook is. 


Mede mogelijk gemaakt door: